Voor de laatste keer naar oom Frans…

Afscheid nemen bestaat niet maar het leek er toch verdomd veel op tijdens het bezoek aan mijn oom Frans in Doorn.

Het ging al erg lang niet goed met hem. De ziekte van Parkinson was hem zo langzamerhand aan het uithollen. Wat hij ook deed aan therapie en medicatie, het verloop van de ziekte werd steeds agressiever. En de energie om dit vol te houden raakte op.

Samen met tante Anneke leefden ze in een mooi huis maar alles lijkt vergankelijk wanneer je daar niet meer van kan genieten. 24/7 was er zorg nodig en die zorg kon uiteindelijk alleen nog maar in een verzorgingstehuis gegeven worden. Voor tante Anneke werd het eenvoudig weg te zwaar.

Dat tehuis was echter ‘one bridge too far’ Geen haar op het hoofd dacht eraan om daar naar toe te verhuizen. En dus was er voor oom Frans nog maar één uitweg; zelf uit het leven stappen of netter gezegd; euthanasie.

En zo kwam het dat we werden gebeld met de vraag of we afscheid wilden komen nemen. Jeetje, wat heftig. Nog één keer met het gezin naar mijn oom om hem te spreken en te zien. Nog één keer twee broers die elkaar bij leven zouden zien. Zouden zien om nooit meer te zien… Wanneer ik het zo opschrijf vind ik het een bizar idee. Toen en nu nog steeds.

We kwamen bij aankomst in de huiskamer waar mijn oom op een grote stoel zat te wachten. Goed aanspreekbaar, en met grapjes zoals we hem kennen. In de keuken stond zijn brood… Hij stond op, wandelde er naar toe en sprak ondertussen: “Ja ik moet wel eten, anders ga ik dood.’ Moet ik lachen of vind ik dit humor. Ik vind het humor maar vind het lastig te lachen. Toch doe ik het. Als een boer met kiespijn. Wat is dit gek, onwerkelijk. Praten met een man die ogenschijnlijk nog alles kan maar die volgende week deze tijd onderweg is naar het land der overledenen. Ik voel me rot. Verward… Wat moet je.

We besluiten om naar buiten te gaan en laten mijn vader met oom Frans achter in de kamer. Tijd om de broers ruimte te geven om nog eenmaal met elkaar te kunnen praten. Waarover? Geen idee. Al was het maar, nog één keer samen zijn. Buiten zitten we in de zon. We genieten van het kleine. Een zonnestraal op mijn hoofd, de vogeltjes in de bomen. Plots komt mijn oudste neef van mijn vaders kant de hoek om. We gaan zitten en spreken over de situatie. Je ziet dat hij er vrede mee heeft. Ze hebben het traject meerdere keren gelopen en zijn er klaar voor. Vanavond wordt het ontwerp van de kist gemaakt. Een mooi project met het hele gezin. Nog een week de uitvaart regelen en dan mag mijn oom eruit…

Mijn moeder gaat naar binnen. Voor haar is het genoeg geweest. Ze wil graag weg. Ik probeer haar nog tegen te houden maar ze is al binnen. Het is ook goed misschien… Mijn vader staat op, loopt naar mijn oom en zegt hem nog eenmaal een paar woorden. Wat hij precies zegt weet ik niet. Onbelangrijk omdat deze woorden hoe dan ook goed zijn. Mijn oom gaat vooruit, wil op zijn tijd en met zijn kracht naar het hek. Daar blijft hij staan.

Mijn vader loopt naar hem toe, nog eenmaal een knuffel…. Die knuffel komt er niet. Het is te confronterend, te heftig voor mijn oom. Ik zie mijn vader reageren. Het raakt hem maar hij loopt door naar de auto… Het is niet anders. Peter en ik geven hem nog een zoen op de wang en lopen dan ook naar de auto.

Met oom Frans in de achteruitkijkspiegel rijden wij weg. Tot ziens, voor wat dat waard moge zijn. Om ons gevoel te kunnen delen rijden we met zijn vijven naar het ouderlijk huis van mijn vader. Althans naar de plek waar het huis heeft gestaan. We wandelen er even rond, lopen op de plek waar ooit de achtertuin was, en plukken wat bramen… Na enige tijd is het goed. De langsrazende snelweg in de ‘achtertuin’ van mijn opa en oma overstemd ons gesprek. Het is goed zo. We rijden nog eenmaal door Driebergen, door Zeist om vervolgens langs de plek waar mijn vader is geboren, de Bild, door te rijden naar Utrecht. Vandaaruit rijden we terug naar Sneek.

In Lemmer eten we nog even gezamenlijk alsof het feest is. Dat is het natuurlijk niet maar we vieren het leven. Vieren dat we nog steeds bij elkaar zijn. Dat we elkaar nog hebben… Het kan tenslotte zomaar anders….

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.